Overslaan en naar de inhoud gaan

Gevelrecht

Deze pagina beschrijft meer in detail het gevelrecht van telecomoperatoren, en de verschillende procedurele stappen:

Voor een handig overzicht kunt u dit informatieblad downloaden.

Wettelijke context

Artikel 99 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven verleent telecomoperatoren het recht kosteloos op blijvende wijze steun te nemen op muren en gevels. Het BIPT interpreteert “gevels die uitgeven op de openbare weg” als alle gevels gericht op de openbare weg, ook deze waar er een voortuin is. De wet legt geen beperking op wat betreft het aantal operatoren die dit recht kunnen genieten: dat recht kan in principe niet geweigerd worden door de eigenaar van een woning.

Artikel 99 laat operatoren ook toe “gebruik te maken van open en onbebouwde gronden of eigendommen zonder aanhechting of aanraking te overspannen of te overschrijden.” Dezelfde procedure is van toepassing.

Indien een operator zich als zodanig aanmeldt bij het BIPT geeft de wetgeving hem automatisch dit recht. De lijst van de aangemelde operatoren kan worden geraadpleegd op de website van het BIPT.

Het BIPT wenst te benadrukken dat het niet expliciet vergunningen uitreikt aan operatoren om op een bepaalde locatie uit te rollen. Het recht om op de gevel uit te rollen wordt op algemene wijze verleend door de wet van 21 maart 1991. Het BIPT controleert enkel de correcte toepassing van die wet.

Voorafgaande communicatie door de operator

Het artikel schrijft voor dat de operator “overeenstemming” met de betrokken eigenaar moet nastreven alvorens de werkzaamheden uit te voeren. De wet verduidelijkt niet precies hoe dat moet gebeuren.

Er wordt uitgegaan van het algemene principe dat deze verplichting wordt nageleefd als de eigenaar op de hoogte wordt gebracht dat de operator van plan is werk uit te voeren, in grote lijnen weet wat dat werk inhoudt en zich er niet tegen verzet. In dat opzicht moet de operator een “redelijke” termijn vóór de werkzaamheden starten aan de eigenaar zijn voornemen meedelen van een aanleg op zijn gevel, zodat de eigenaar meer informatie kan krijgen en kan vragen om de wijze van aanleg aan te passen als dat mogelijk en wenselijk is.

Zo’n mededeling kan per brief gebeuren (al dan niet een algemene brief bij omvangrijke uitrol, bijv. per wijk), via e-mail, telefonisch, of zelfs mondeling ter plaatse bij dringende wijzigingen.

Het BIPT pleegt nauw overleg met de operatoren wat betreft de communicatie naar de omwonenden om de eventuele problemen op te lossen. In geval van opmerkingen of klachten hierover kan steeds contact worden opgenomen met het BIPT.

Overeenstemming nastreven

Als een eigenaar er niet in slaagt meer informatie te krijgen of moeilijkheden ondervindt in zijn communicatie of besprekingen met een operator, kan hij zich altijd wenden tot het BIPT. Het BIPT zal vervolgens ook langs zijn kant contact opnemen met de operator en het dossier opvolgen: in dat geval is er sprake van een “informele” procedure.

Het BIPT benadrukt dat deze informele procedure bijzonder belangrijk is, omdat deze deel uitmaakt van wat artikel 99 voorschrijft, namelijk de overeenstemming die de operator moet nastreven. Er kan geen “formele klacht” worden ingediend bij het BIPT zonder dat effectief een overeenstemming tussen beide partijen werd nagestreefd.

In deze context kan men zich ook steeds richten tot de Ombudsdienst voor telecommunicatie.

Formele procedure bij het BIPT

Als er met de eigenaar geen akkoord mogelijk is, formuleert de operator per aangetekend schrijven een ultiem voorstel voor de aanleg aan de betrokken eigenaar. Bij ontvangst daarvan heeft de eigenaar 8 werkdagen om via de post of via e-mail (zie de algemene contactgegevens op de website van het BIPT) een gemotiveerde klacht in te dienen bij het BIPT. Het BIPT bevestigt deze steeds met een ontvangstmelding.

Het BIPT benadrukt dat de weigering grondig gemotiveerd moet zijn. Het gevelrecht geldt in principe voor elke operator. Het loutere feit dat een andere operator al glasvezel heeft geïnstalleerd op de gevel of dat de eigenaar geen klant is van de operator in kwestie, kan niet als enige reden voor de weigering van een nieuwe aanleg dienen.

Na ontvangst van de klacht stelt het BIPT een dossier samen en wordt de operator op de hoogte gesteld van de ontvangst van de klacht, alsook van het feit dat de beoogde werkzaamheden moeten worden geschorst tot het BIPT een besluit genomen heeft.

Het BIPT houdt rekening met de volgende elementen bij de evaluatie van een dossier (de voorbeelden zijn niet exhaustief):

  • Wat is de reden van de werkzaamheden: nieuwe installatie / herstelling / verwijdering?
  • Heeft de operator gekozen voor het meest efficiënte tracé, rekening houdend met het feit dat hij zo weinig mogelijk hinder veroorzaakt voor de eigenaar en de omgeving in het algemeen?
  • Heeft men in de mate van wat redelijk is de beste keuze gemaakt vanuit esthetisch opzicht?
  • Heeft de operator de nodige voorzichtigheid aan de dag gelegd?
  • Stelt de eigenaar een redelijk alternatief voor of is er geen alternatief?
  • Hoeveel kosten eventuele alternatieven?

Het BIPT beklemtoont hierbij dat bovenstaande beoordelingen worden uitgevoerd in het kader van de aanleg op de gevel, aangezien dit het recht van de operator vormt. Als het noodzakelijk zou zijn dat een operator als alternatieve methode zijn aanleg ondergronds uitvoert, moet dit naar behoren gemotiveerd worden (bijvoorbeeld, in geval van beschermde gevels, wat een gewestelijke bevoegdheid is). De alternatieve technische oplossingen die het BIPT zou bestuderen in geval van een formele klacht zijn dus eerder gericht op alternatieve uitvoeringswijzes op de betreffende gevel

In die context voegt het BIPT er ook aan toe dat deze procedure onafhankelijk is van de eventuele stedenbouwkundige verplichtingen die van toepassing zijn en die niet onder de bevoegdheid van het BIPT vallen. Het spreekt vanzelf dat operatoren deze bepalingen moeten naleven, bijvoorbeeld wat de vergunningsverplichtingen voor beschermde gevels betreft. De controle op die stedenbouwkundige reglementen hangt af van de bevoegde gewestelijke en gemeentelijke besturen. Het BIPT is niet bevoegd om zich daarover uit te spreken.

Verwijdering of verplaatsing van bestaande kabels tijdens gevelwerken

De aanleg van kabels of apparatuur op een gevel betekent niet dat later geen werkzaamheden meer uitgevoerd zouden mogen worden die leiden tot een verplaatsing ervan. De werkzaamheden mogen evenwel niet alleen dat tot doel hebben. De eigenaar moet de operator twee maanden voor het begin van de werkzaamheden daarvan op de hoogte brengen per aangetekend schrijven. De kosten voor de verplaatsing van die kabels worden dan door de operator betaald.